Translation of "Park" in French

Gombe National Park, Tanzania

Parc national de Gombe en Tanzanie

Ga naar het park.

- Va au parc.
- Allez au parc.

Waar is het park?

Où se trouve le parc ?

We liepen in het park.

Nous courûmes dans le parc.

Ik woonde nabij een park.

- Je vivais près d'un parc.
- J'habitais près d'un parc.

Ik ga naar het park.

Je vais au parc.

- Hij wandelt graag in het park.
- Hij houdt van wandelen in het park.

Il aime marcher dans le parc.

- Achter de cinema is er een park.
- Achter de bioscoop is een park.

Il y a un parc derrière le cinéma.

- Er waren veel mensen in het park.
- In het park was er veel volk.

Dans le parc il y avait beaucoup de monde.

Mijn vader wandelt in het park.

Mon père fait une promenade dans le parc.

Ze speelden honkbal in het park.

Ils jouaient au baseball dans le parc.

Mogen we rolschaatsen in dit park?

Pouvons-nous faire du patin à roulettes dans ce parc ?

De kinderen spelen in het park.

Les enfants jouent dans le parc.

- Drie kinderen speelden in het park.
- Drie kinderen waren aan het spelen in het park.

Trois enfants jouaient dans le parc.

- Dat park doet mij denken aan toen ik klein was.
- Dat park doet me aan mijn kindsheid denken.
- Dit park doet me aan mijn jeugd denken.
- Dit park herinnert me aan mijn jeugd.

Ce parc me rappelle mon enfance.

Zijn er veel bomen in het park?

Y a-t-il beaucoup d’arbres dans le parc ?

Er speelden veel kinderen in het park.

De nombreux enfants jouaient dans le parc.

Het park bevindt zich in het stadscentrum.

- Le parc se trouve au centre-ville.
- Le parc se situe au centre-ville.

Hij wandelt elke morgen in het park.

Il se balade dans le parc tous les matins.

Ik heb Ken ontmoet aan het park.

J'ai rencontré Ken au parc.

Er zijn veel mensen in het park.

Il y a beaucoup de gens dans le parc.

Er zijn veel dieren in het park.

Il y a de nombreux animaux dans le parc.

We hebben lang in het park gewacht.

- Nous avons longtemps attendu dans le parc.
- Nous avons attendu longtemps dans le parc.

Er waren veel mensen in het park.

- Il y avait beaucoup de monde dans le parc.
- Il y avait beaucoup de gens dans le parc.

Tom wilde niet naar het park gaan.

Tom n'a pas voulu aller au parc.

We gaan elke woensdag naar het park.

Tous les mercredis nous allons au parc.

Er zijn veel vogels in dit park.

Il y a beaucoup d'oiseaux dans ce parc.

Ik ben gisteren in het park geweest.

- Je suis allé au parc hier.
- Je suis allée au parc, hier.

Mijn huis is dicht bij het park.

Ma maison se situe au voisinage du parc.

- Er is een park in de buurt van mijn huis.
- Er is een park vlakbij mijn huis.

- Un parc est proche de ma maison.
- Il y a un parc près de chez moi.
- Près de ma maison il y a un parc.

- Dat park doet mij denken aan toen ik klein was.
- Dat park doet me aan mijn kindsheid denken.

Ce parc me rappelle mon enfance.

De kinderen spelen iedere dag in het park.

Les enfants jouent dans le parc tous les jours.

Onze school is heel dicht bij het park.

Notre école est très proche du parc.

We zaten op een bank in het park.

Nous étions assis sur un banc dans le parc.

Ik ben deze morgen naar het park geweest.

- Je suis allé au jardin public ce matin.
- Je suis allé au parc ce matin.
- Je suis allée au parc ce matin.

Afgelopen zondag ben ik naar het park gegaan.

Je suis allé au parc dimanche dernier.

Ik zag hem alleen in het park lopen.

Je le vis marcher seul dans le parc.

We waren in het park aan het spelen.

Nous étions en train de jouer dans le parc.

Loop niet in het park in de nacht!

Ne te promène pas dans le parc la nuit !

We gingen naar het park om te spelen.

Nous sommes allés jouer dans le parc.

We hebben hem toevallig in het park ontmoet.

Nous l'avons rencontré par hasard au parc.

Ze zaten op een bank in het park.

- Ils étaient assis sur un banc dans le parc.
- Ils s'assirent sur un banc dans le parc.

Ik ging naar het park om te tennissen.

Je suis allé au parc pour jouer au tennis.

Vogels zingen hier en daar in het park.

Les oiseaux chantent çà et là dans le parc.

Marie is zonder haar man in het park.

Marie est au parc sans son mari.

Hoeveel mensen heb je in het park gezien?

Combien de personnes as-tu vues dans le parc?

Ken ging naar het park om Yumi te ontmoeten.

Ken est allé au parc pour rencontrer Yumi.

Je kan vanaf het restaurant het hele park zien.

On peut voir l'intégralité du parc depuis le restaurant.

Drie kinderen waren aan het spelen in het park.

Trois enfants jouaient dans le parc.

Er waren heel wat jonge paartjes in het park.

Il y avait, dans le parc, de nombreux jeunes couples.

We gingen naar het park om baseball te spelen.

Nous sommes allés au parc pour jouer au baseball.

Het gras in het park is groen en mooi.

La pelouse du parc est verte et jolie.

Nu kun je naar Oak Park, zoals ik ook heb gedaan,

Aujourd'hui, on peut se promener à Oak Park comme je l'ai fait,

Dat was dus El Capitan in Yosemite National Park in Californië

C'était El Capitan, dans le parc national de Yosemite, en Californie,

Wat vind je ervan om een wandeling te maken in het park?

Qu’est ce que tu dirais d’aller faire un tour au parc ?