Translation of "Roepen" in English

0.014 sec.

Examples of using "Roepen" in a sentence and their english translations:

Stop met roepen!

- Stop yelling!
- Stop screaming.

Hij begon te roepen.

He began to shout.

Ik heb u horen roepen.

I heard you scream.

Ik hoorde net iemand roepen.

I just heard someone scream.

Ik denk we Tom moeten roepen.

I think we should call Tom.

Mary hoorde Tom haar naam roepen.

Mary heard Tom yelling her name.

- Stop met roepen!
- Hou op met schreeuwen!

- Stop yelling.
- Stop yelling!

Je ziet bleek. Moet ik een dokter roepen?

You look pale. Shall I call the doctor?

Ik hoorde iemand op straat mijn naam roepen.

I heard my name called by someone on the street.

En roepen hun zetten naar elkaar door het maaltijdluikje --

and call out their plays through their meal slots --

Als ik je paspoort vind, zal ik je roepen.

If I find your passport, I'll call you at once.

We zullen u roepen wanneer uw tafel gereed is.

We'll call you when your table is ready.

Als je naar iemand wil roepen, roep dan naar mij!

If you want to yell at someone, yell at me.

Ik hoorde iemand mijn naam roepen in de volle bus.

I heard someone call my name in the crowded bus.

- Milieuproblemen vragen om snelle maatregelen.
- Milieuproblemen roepen op tot snelle maatregelen.

Environmental problems call for quick action.

Men moet geen mosselen roepen, eer zij aan de kaai zijn.

- Don't count your chickens before they are hatched.
- Never praise a ford till you get over.
- Do not count your chickens before they are hatched.
- Don't count your chickens before they're hatched.

Dus roepen we de helikopter en gaan we snel naar het ziekenhuis.

so we need to call the chopper and get it to the hospital fast.

Hoeveel informatie is er nou nodig om zo'n beeld op te roepen?

So, how much information do we need to trigger such an image?

Ze roepen op een frequentie die door het normale geluid heen gaat.

They call at a frequency that cuts through the general noise.

Hij reed net met zijn fiets voorbij toen hij om hulp hoorde roepen.

He was passing by on his bicycle when he heard a cry for help.

- Ik zal je roepen om zeven uur.
- Ik zal je om zeven uur bellen.

I'll call you at seven.

- Ik denk dat je Tom moet roepen.
- Ik denk dat je Tom moet opbellen.

I think you need to call Tom.

Het is de enige manier om deze cultuur van nepnieuws een halt toe te roepen.

It's the only way to stop this culture of fake news.

Hoop is een zachte stem die "misschien" fluistert, als de hele wereld "nee!" lijkt te roepen.

Hope is a little voice whispering "maybe" when it seems the entire world is shouting "no"!

- Is er iemand die ik voor je kan roepen?
- Is er iemand die ik voor je kan opbellen?

Is there someone I can call for you?

Toen de leraar begon te roepen, hielden ze op met wat ze bezig waren en liepen ze naar buiten.

When the teacher started shouting, they dropped what they were doing and ran out.

- Ik zal je roepen wanneer ik tijd heb.
- Ik bel je op wanneer ik tijd heb.
- Ik telefoneer je wanneer ik tijd heb.

I'll call you when I have time.

- Hij zou juist in slaap gevallen zijn, toen hij iemand zijn naam hoorde roepen.
- Hij stond op het punt in slaap te vallen, toen hij hoorde dat iemand zijn naam zei.

He was about to fall asleep, when he heard his name called.