Translation of "Hoorde" in English

- Ik hoorde jou.
- Ik hoorde jullie.
- Ik hoorde u.

I heard you.

Je hoorde.

You heard.

- Ik hoorde je niezen.
- Ik hoorde u niezen.

I heard you sneezing.

En ik hoorde,

And I heard,

Hij hoorde hulpgeroep.

He heard a cry for help.

Hoorde je iets?

Did you hear something?

Ik hoorde stemmen.

I heard voices.

Ik hoorde alles.

- I've heard everything.
- I heard everything.

Tom hoorde iets.

Tom heard something.

Dat hoorde ik.

- I heard it.
- I heard that.
- I've heard that.

Ik hoorde jou.

I heard you.

Hij hoorde voetstappen.

He heard footsteps.

Ik hoorde geweerschoten.

I heard gunfire.

- Ik hoorde je niet binnenkomen.
- Ik hoorde u niet binnenkomen.

I didn't hear you come in.

Ik hoorde je niet.

- I didn't hear you.
- I did not hear you.

Hoorde je dat geluid?

- Did you hear that sound?
- Did you hear the noise?

Tom hoorde het geluid.

Tom heard the sound.

Tom hoorde het lawaai.

Tom heard the noise.

Ik hoorde haar zingen.

I heard her singing.

Ik hoorde een explosie.

I heard an explosion.

Ik hoorde je zingen.

I heard you sing.

Ik hoorde drie explosies.

I heard three explosions.

Tom hoorde buiten iets.

Tom heard something outside.

Je hoorde te wachten.

You were supposed to wait.

Ze hoorde hem huilen.

She heard him cry.

Tom hoorde Maria zingen.

Tom heard Mary singing.

Tom hoorde iemand lachen.

Tom heard someone laughing.

Tom hoorde Maria lachen.

Tom heard Mary laugh.

Tom hoorde honden blaffen.

Tom heard dogs barking.

Ik hoorde je snurken.

I heard you snoring.

Ik hoorde Tom hikken.

I heard Tom hiccuping.

Tom hoorde Mary zingen.

Tom heard Mary sing.

Hij hoorde haar telefoneren.

He heard her talking on her phone.

Ik hoorde de bel.

I heard the bell.

- Ik hoorde een raar sissend geluid.
- Ik hoorde een vreemd sissend geluid.

I heard a strange hissing noise.

Hij hoorde de hond blaffen.

He heard the dog barking.

Ik hoorde een vrouw schreeuwen.

I heard a woman scream.

Ik hoorde de telefoon rinkelen.

- I heard the telephone ringing.
- I heard the phone ring.

Ik hoorde een ongewoon geluid.

I heard an unusual noise.

Ik hoorde net iemand roepen.

I just heard someone scream.

Wat hoorde er te gebeuren?

What was supposed to happen?

Je hoorde er te zijn.

You were supposed to be there.

Tom hoorde voetstappen achter zich.

Tom heard footsteps behind him.

Ik hoorde u niet binnenkomen.

I didn't hear you come in.

Tom hoorde de baby huilen.

Tom heard the baby crying.

Ik hoorde de deurbel gaan.

I heard the doorbell ring.

Sorry, ik hoorde je niet.

I'm sorry, I didn't hear you.

- Ik hoorde mijn ouders gisteravond fluisteren.
- Ik hoorde mijn ouders 's nachts fluisteren.

I heard my parents whispering last night.

- Ik hoorde dat je terug was.
- Ik hoorde dat je terug was gekomen.

I heard you were back.

- Ik hoorde je niet.
- Ik hoorde u niet.
- Ik heb u niet gehoord.

- I didn't hear you.
- I did not hear you.

- Ik hoorde een geluid in de slaapkamer.
- Ik hoorde een geluid in de kamer.

I heard a noise in the bedroom.

- Ik hoorde een klopje op de deur.
- Ik hoorde iemand op de deur kloppen.

I heard a knock at the door.

Tom hoorde dat Mary gestorven was.

Tom heard that Mary had died.

Ik hoorde de kinderen samen zingen.

I heard the children singing together.

Ik dacht dat ik u hoorde.

- I thought I heard you.
- I thought that I heard you.

Ik hoorde mijn ouders gisteravond fluisteren.

I heard my parents whispering last night.

Ik hoorde dat je terug was.

I heard you were back.

Hoorde je niet wat Tom zei?

Didn't you hear what Tom said?

Tom hoorde zijn naam afgeroepen worden.

Tom heard his name being called.

Tom deed alsof hij niets hoorde.

Tom acted as if he heard nothing.

Tom hoorde Maria de deur openen.

Tom heard Mary open the door.

Hij hoorde een schreeuw om hulp.

He heard a cry for help.

Plots hoorde hij een eigenaardig geluid.

Suddenly, he heard a strange sound.

Ik hoorde enkele mensen kerstliedjes zingen.

I heard some people singing Christmas carols.