Translation of "Gister" in English

0.012 sec.

Examples of using "Gister" in a sentence and their english translations:

Gister werd mijn horloge gestolen.

I had my watch stolen yesterday.

Is Tom gister hier geweest?

Did Tom come here yesterday?

Kon je gister goed slapen?

Did you have a good night last night?

Dit spel is gister uitgekomen.

This game came out yesterday.

Hij is gister naar Tokio gegaan.

He went to Tokyo yesterday.

Ik heb je bericht gister ontvangen.

I received your message yesterday.

Gister heb ik een dildo gekocht.

Yesterday I bought a dildo.

Ze heeft gister haar Engelse uitspraak geoefend.

She practiced her English pronunciation yesterday.

Ik heb gister te veel bier gedronken.

I drank too much beer yesterday.

Ik heb je gister heel erg gemist.

I missed you very much yesterday.

Ik had er gister bij moeten zijn.

I should've been there yesterday.

De pen die ik gister verloor was nieuw.

- The pen which I lost yesterday was a new one.
- The pen I lost yesterday was a new one.

Gister kocht ik pompoenzaden voordat de giraf me beet.

Yesterday I bought pumpkin seeds before the giraffe bit me.

De jurk die Maria gister aan had was rood.

- The dress that Mary was wearing yesterday was red.
- The dress Mary was wearing yesterday was red.

Je weet niet waarom Tom gister niet kwam, of wel?

You don't know why Tom didn't come yesterday, do you?

- Heb je gister baseball gespeeld?
- Heb je gisteren baseball gespeeld?

Did you play baseball yesterday?

- Tom was gister op tv.
- Tom was gisteren op tv.

Tom was on TV yesterday.

Is het met de aardbeving van gister wel allemaal goed gegaan?

Is everything okay after yesterday's earthquake?

Toen ik gister toevallig Tom tegenkwam, zag hij er nogal moe uit.

When I bumped into Tom yesterday, he looked pretty worn out.

Ik denk dat Tom dat gister gedaan heeft, maar ik weet het niet zeker.

- I think Tom did that yesterday, but I'm not sure.
- I think that Tom did that yesterday, but I'm not sure.

„Oké, dus gister heb ik die kerel ontmoet die ik kende van het internet.” „Die ene Tom waar je het altijd over hebt?” „Ja, die ja.” „En? Hoe was het?” „Hij was niet zo knap als ik had gehoopt.”

"So, yesterday I went and met up with that guy I met on the internet." "That Tom guy you're always talking about?" "Yeah, that guy." "Well, how was it?" "He wasn't as attractive as I had hoped."