Translation of "Gestolen" in English

0.010 sec.

Examples of using "Gestolen" in a sentence and their english translations:

Het is gestolen.

It's been stolen.

- Mijn mobiele telefoon was gestolen.
- Mijn mobieltje was gestolen.

My mobile has been stolen.

Wat is er gestolen?

What was stolen?

Mijn horloge was gestolen.

I had my watch stolen.

Mijn horloge werd gestolen.

- My watch has been stolen.
- My watch was stolen.

Mijn pen is gestolen.

I had my pen stolen.

Haar handtas is gestolen.

She had her handbag stolen.

Mijn fiets is gestolen.

- I had my bicycle stolen.
- My bicycle was stolen.
- My bike is stolen.

Mijn horloge is gestolen.

My watch has been stolen.

Mijn geld werd gestolen.

- My money was stolen.
- My money has been stolen.

Mijn fiets werd gestolen.

My bicycle was stolen.

Gestolen goed gedijt niet.

Ill-gotten gains are short-lived.

Hij heeft geld gestolen.

He stole money.

Mijn dagboek werd gestolen.

My journal was stolen.

Toms fiets is gestolen.

Tom's bicycle has been stolen.

Mijn camcorder is gestolen.

I had my camera stolen.

Sami's parfum was gestolen.

Sami's perfume was stolen.

Wat heb je gestolen?

What did you steal?

Heb je het gestolen?

Did you steal it?

Iemand heeft mijn paspoort gestolen.

- Someone stole my passport.
- My passport was stolen.
- My passport's been stolen.

Hij heeft mijn horloge gestolen.

He stole my watch.

Iemand heeft haar geld gestolen.

Someone stole her money.

Gister werd mijn horloge gestolen.

I had my watch stolen yesterday.

Mijn auto is gisteravond gestolen.

I had my car stolen last night.

Mijn fiets is gisteren gestolen.

Yesterday I had my bicycle stolen.

Wie heeft de appels gestolen?

Who stole the apples?

Tom heeft de halsketting gestolen.

Tom stole the necklace.

Wie heeft zijn hart gestolen?

Who has captured his heart?

Wie heeft de appel gestolen?

Who stole the apple?

Men heeft mijn tas gestolen.

My bag was stolen.

Hij heeft mijn handtas gestolen.

He robbed me of my bag.

Iemand heeft mijn tennisracket gestolen.

Someone has stolen my tennis racket.

Iemand heeft Toms geld gestolen.

Someone stole Tom's money.

Hij heeft het geld gestolen.

- He stole the money.
- He stole money.

Iemand heeft mijn rijbewijs gestolen.

- Someone stole my driver's license.
- Someone stole my driving licence.

Zijn zak is gisteren gestolen.

His bag was stolen yesterday.

Tom heeft mijn paraplu gestolen.

Tom stole my umbrella.

Hoeveel geld heb je gestolen?

How much money did you steal?

Sami heeft zestigduizend dollar gestolen.

Sami stole sixty thousand dollars.

Ik heb Toms geld gestolen.

I stole Tom's money.

Ze hebben mijn tas gestolen.

They stole my bag.

Iemand heeft Toms portemonnee gestolen.

- Somebody stole Tom's wallet.
- Someone stole Tom's wallet.

Ik heb een auto gestolen.

I stole a car.

Iemand heeft mijn camera gestolen.

- Someone stole my camera.
- Somebody stole my camera.

Hij heeft geld van mij gestolen.

He stole money from me.