Translation of "Cake" in English

0.005 sec.

Examples of using "Cake" in a sentence and their english translations:

- Ze is gek op cake.
- Ze vindt cake heerlijk.

She loves cake.

Tom houdt van cake.

Tom loves cake.

- Ze is gek op cake.
- Ze is echt gek op cake.

- She has a passion for cake.
- She really likes cake.
- She loves cake.
- She likes cake a whole lot.

Mag ik deze cake eten?

May I eat that cake?

Deze cake is erg zoet.

This cake is very sweet.

Ze is gek op cake.

- She is fond of cake.
- She adores cakes.
- She loves cake.

Eet niet te veel cake.

- Do not eat too much cake.
- Don't eat too much cake.

- Ze heeft voor mij een cake gebakken.
- Ze bakte een cake voor mij.

She baked me a cake.

- Ik was cake aan het bakken.
- Ik was een cake aan het bakken.

- I was making a cake.
- I was baking a cake.

Ze is echt gek op cake.

She likes cake a whole lot.

Ik was cake aan het bakken.

At the same time, I baked a cake.

Snij de cake met een mes.

Cut the cake with a knife.

Ik moet de cake even controleren.

I need to check on the cake.

Verdeel de cake onder u beiden.

Divide the cake between you two.

Neem maar cake: het is zelfbediening.

Please help yourself to the cake.

Wil je nog een stuk cake?

- Would you like another piece of cake?
- How about another piece of cake?

De cake is in de keuken.

The cake is in the kitchen.

Ze heeft voor mij een cake gebakken.

- She made me a cake.
- She baked me a cake.

Mijn broer heeft voor de cake betaald.

My brother paid for the cake.

Ik was een cake aan het bakken.

I was making a cake.

Maria gaf Tom het eerste stukje cake.

Mary gave Tom the first piece of cake.

- De koek smaakt zoet.
- De cake smaakt zoet.

The cake tastes sweet.

Er is koffie en cake om vijf uur.

There'll be coffee and cake at five.

Mamma heeft voor mijn verjaardag een cake gebakken.

Mom made a cake for my birthday.

Heb je de cake geprobeerd die Tom heeft gebakken?

Did you try the cake that Tom baked?

Ik proefde van de cake die ze gebakken had.

I tasted the cake she cooked.

Is dit een vroege poging om een cake te maken?

Is this an early attempt at cake making?

- Wie heeft de taart verbrand?
- Wie heeft de cake verbrand?

Who burned the cake?

Ik hoop dat Tom een plakje cake voor me overlaat.

- I hope that Tom leaves a piece of cake for me.
- I hope Tom leaves a piece of cake for me.

Men kan niet tegelijk de cake eten en hem onaangeroerd laten.

You cannot have your cake and eat it, too.

- Wilt u nog een stuk gebak?
- Wil je nog een stuk cake?

- Would you like another piece of cake?
- How about another piece of cake?
- You want another slice of cake?

Ze proefde van de cake om te zien of hij zoet genoeg was.

She tasted the cake to see if it was sweet enough.

Hij bakte een rode cake voor haar in de vorm van een hart.

He baked her a red cake shaped like a heart.

Het heeft geen zin naar de cake te zoeken: ik heb hem al opgegeten.

It is no use looking for the cake; I already ate it.

- Tom is een cake aan het bakken.
- Tom is een taart aan het bakken.

Tom is baking a cake.

- Tom sneed de cake in twee stukken.
- Tom sneed de taart in twee stukken.

Tom cut the cake into two pieces.

- Ik weet niet wie deze cake heeft gemaakt.
- Ik weet niet wie deze taart heeft gebakken.

I don't know who made this cake.

Jij was het niet die de cake hebt gegeten die ik heb gemaakt, het was je zus.

- If you didn't eat the cake I made, then your sister did.
- The cake I made was not eaten by you, it was eaten by your sister.
- It was not you who ate the cake I made, it was your sister.

- Hoeveel cake is er nog over?
- Hoeveel taart is er nog over?
- Hoeveel gebak is er nog over?

How much cake is left?