Translation of "Afwezig" in English

0.041 sec.

Examples of using "Afwezig" in a sentence and their english translations:

Tom is afwezig.

Tom is absent.

Wie is er afwezig?

Who is absent?

Waarom is Tom afwezig?

Why is Tom absent?

Waarom was je afwezig?

Why were you absent?

Geen enkele student was afwezig.

No students were absent.

Hij was afwezig wegens ziekte.

- He was absent because of illness.
- He was absent owing to illness.

Waarom was je gisteren afwezig?

Why were you absent yesterday?

Is er iemand afwezig vandaag?

Is anyone absent today?

Ze is afwezig wegens ziekte.

She is absent because of sickness.

Geen enkele leerling was afwezig.

No students were absent.

- De staarten zijn afwezig bij sommige katten.
- De staart is afwezig bij sommige katten.

Tails are absent in some cats.

Veel studenten waren afwezig van school.

A great many students were absent from school.

Jane is vandaag afwezig op school.

Jane is absent from school today.

Vertel mij waarom hij afwezig was.

Tell me why he was absent.

Er was geen enkele student afwezig.

There wasn't one student who was absent.

Tom is vaak afwezig op school.

- Tom is often absent from school.
- Tom is frequently absent from school.

Tom zal vandaag niet afwezig zijn.

Tom won't be absent today.

Ik was gisteren op het werk afwezig.

I was absent from work yesterday.

- Tom is verdwenen.
- Tom is ongeoorloofd afwezig.

Tom has gone AWOL.

Nancy en Jane waren beiden afwezig van school.

Both Nancy and Jane were absent from school.

Ze was afwezig omdat ze kou had gevat.

She was absent because she caught a cold.

Ik weet niet waarom hij vandaag afwezig is.

I don't know the reason he is absent today.

- De staarten zijn afwezig bij sommige katten.
- De staart ontbreekt bij sommige katten.
- De staart is afwezig bij sommige katten.

Tails are absent in some cats.

Hij is afwezig van school omdat hij ziek is.

He is absent from school because he is ill.

- Soms is hij van school afwezig.
- Soms mist hij school.

He is sometimes absent from school.

- Morgen ben ik er niet.
- Morgen zal ik afwezig zijn.

I'll be absent tomorrow.

- Ze is er niet omdat ze ziek is.
- Ze is afwezig wegens ziekte.

- She is absent because of sickness.
- She's absent because she's sick.

Ik denk dat Tom niet afwezig zou zijn geweest als hij had geweten hoe belangrijk deze vergadering was.

I think Tom wouldn't be absent if he knew how important this meeting was.