Examples of using "أليس" in a sentence and their dutch translations:
Toch?
Alice glimlachte.
- Je bent vast moe.
- Je bent moe, niet?
- Je bent moe, nietwaar?
Heb je geen geld?
Formidabel, niet?
Te gek, niet?
Is liefde niet altijd een toevlucht?
U bent toch geen spion?
- Ge kunt toch dansen, ja?
- Je kan dansen, nietwaar?
- Is hij niet zwart?
- Is het niet zwart?
Je houdt van Engels, niet?
Het werkt iedere keer, niet?
Komt ons goed uit, toch?
Het is een geweldig idee.
Mary houdt van Japan, of niet?
Hij is niet hier, toch?
- Lekker weertje hè?
- Mooi weer, toch?
- Zij is echt slim, niet?
- Zij is intelligent, niet waar?
- Ze is echt intelligent, niet?
Zij houdt van sinaasappels, toch?
Ze zien er onschadelijk uit, toch?
Het ligt erg voor de hand.
En dat is de kern van het probleem, toch?
dan zal ons geluk in de handen van anderen liggen, toch?
En is dat niet waar het allemaal over gaat?
Je bent moeilijk te vinden, hè? Je heb het goed gedaan.
Je geeft het niet zo gemakkelijk op, nietwaar?
omdat we het antwoord wel weten, toch?
Weet je het antwoord?
Er hangen enkele appels aan de boom, niet?
Water bevriest bij nul graden Celsius, nietwaar?
"Zou het niet maf zijn om opera- en ingenieursstudies te volgen?
Maar dit is alleen het financiële plaatje, toch?
En ik ga hem niet afzetten, toch? Dat is onbeleefd.
Engels is moeilijk hè?
Nu is het niet het geschikte moment om daarover te praten! Niet?
Alsof je geen echte man bent als je homo bent ...
Jij kan niet zwemmen, of toch?
We nemen beslissingen op basis van de informatie die we vertrouwen, niet?