Examples of using "تحدث" in a sentence and their dutch translations:
Ik kan Engels spreken.
Ze kan Frans spreken.
Zij kent Japans.
Denk positief. Spreek positief.
Ze kan drie talen spreken.
Daarna gebeurden al die geweldige dingen
De oude man sprak Frans met me.
Ze spreekt goed Engels.
Revoluties brengen altijd nieuwe rechtsordes.
Sommige van mijn vrienden kunnen goed Engels spreken.
Slechte dingen kunnen snel gebeuren,
Aardbevingen kunnen zich op elk moment voordoen.
Het is een chronologie van dingen die nog niet gebeurd zijn,
Sommige mensen spreken de taal van gelijkheid vloeiend,
De man sprak met een lage stem.
- Kunt u Frans spreken?
- Kan je Frans spreken?
- Kunnen jullie Frans spreken?
Spreek je geen Engels?
Engels spreken is leuk.
Eigenlijk hebben velen van ons niet eens door dat het gebeurt.
Ik spreek geen Japans.
Elk deel van de wereld kon er door getroffen worden.
In de hemel vindt magie plaats. Elektronen van de zon bombarderen de aarde.
In het saga-verslag, wanneer het laatste gevecht plaatsvindt, beseffen Hrolfs mannen dat er
...dan willen ze weg, maar soms ook wat extra schade toebrengen... ...op weg naar buiten, dat zie je bij aanvallen.