Translation of "أشياء" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "أشياء" in a sentence and their dutch translations:

أسماء، أشياء...

Namen, dingen.

الذكريات أشياء رائعة.

Herinneringen zijn fascinerend.

ستصبح أشياء عديدة.

Het zal véél dingen worden.

‫بدأت أرى أشياء استثنائية.‬

Ik begon bijzondere dingen te zien.

‫لذلك نحن نفعل عدة أشياء.‬

Dus doen we verschillende dingen.

لأنهم هنا ليعلمونا أشياء سحرية.

omdat ze ons iets magisch kunnen leren

ثم بدأت أشياء رائعة تحدث،

Daarna gebeurden al die geweldige dingen

هذه أشياء يطلب الكثير منا علاجها.

Dat zijn dingen waar velen onder ons een behandeling voor zoeken.

علينا أن نفعل 3 أشياء، جميعنا،

We moeten allemaal drie dingen doen

كلمات و كلمات و أشياء أكثر... (ثرثرة)

Woorden, woorden en meer dingen.

أشياء لم أفكر بها منذ زمن طويل،

over dingen waar ik lang niet aan had gedacht.

كان يشترط في الرسالة الواردة ثلاثة أشياء:

Een bericht moest aan drie zaken voldoen:

أنا أُحب أن أُجرب لأفعل أشياء جديدة.

Ik hou van nieuwe dingen proberen.

يخلق الناس روابط جديدة ويعون أشياء من حولهم،

Een nieuwe chemie ontstaat, mensen worden zich bewust van dingen,

وفي خلال السنة الأولى بدأت أدرك عدة أشياء

In dat eerste jaar, besefte ik een aantal dingen.

لكن أستطيع الوصول إلى أشياء كثيرة كما تعرفون،

Ik heb toegang tot een hoop zaken.

‫سنحتاج إلى 3 أشياء:‬ ‫أولاً، مكان للنوم على الأرض،‬

We hebben drie dingen nodig. Ten eerste een soort bed.

لا تبذر مالك في شراء أشياء لست بحاجة إليها.

Verspil je geld niet door dingen te kopen die je niet nodig hebt.

تبدؤون بملاحظة أشياء مثل، آه، يا إلهي روبوتي قصير نوعًا ما."

begin je dingen op te merken zoals "Oh, mijn robot is vrij klein."

أما عن الأفكار السيئة فهي أشياء مثل بناء مطعم في مكب للقمامة،

Onder de slechte ideeën vallen een restaurant op een vuilnisbelt