Examples of using "أعمل" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben aan het werken.
Ik werk in een ziekenhuis.
Ik werk in een fabriek.
...terwijl ik jullie president was.
Ik werk voor een rederij.
Ik werk graag.
Ik werk elke dag behalve zondag.
Ik werk elke dag behalve zondag.
Ik ben bezig om materialen te creëren
Momenteel werk ik in Tokio.
Ik werk 's nachts.
Ik werk hier. Ik ben geen gast.
Ik werk in de logistiek
Ik werk alle dagen behalve op zondag.
werkte ik aan ‘Project Drawdown’.
Ik wil niet werken.
En toen... Mijn afdeling maakte valse documenten.
Ik wil onder deze omstandigheden niet werken.
Ik had de afgelopen 10 jaar non-stop gewerkt
Ik had lang hard gewerkt en ik had mezelf uitgeput.
Ik neem nog liever ontslag dan onder hem te gaan werken.
Met computermodellen kan ik hele planeten op elkaar laten inslaan
ook al ben ik een 14-jarige, bezig in haar garage