Examples of using "إني" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben in het huis.
Ik ben alleen maar aan het kijken.
Ik werk graag.
Ik lees een boek over dieren.
Ik wacht op zijn telefoontje.
Ik ben thuis.
Ik ben een beetje moe.
Ik zoek een boek over het Spanje van de middeleeuwen.