Translation of "أحدهم" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "أحدهم" in a sentence and their dutch translations:

هل بدا أحدهم حزيناً؟

Leek iemand verdrietig te zijn?

هل أنسحب أحدهم من مجموعة أصدقاءه؟

Trok iemand zich terug uit zijn vriendengroep?

‫شعرت وكأن أحدهم وخزني بإبرة... تباً.‬

Dat voelde als iemand die een naald...

- هناك من ينظر إليك.
- أحدهم يراقبك.

- Iemand houdt u in de gaten.
- Iemand houdt je in de gaten.

انتهى أحدهم بشرب الجعة معنا، بينما دخل الآخرون السجن.

Eén ging mee bier drinken en de anderen kwamen in de cel terecht.

- أحدهم يتصل بك.
- هناك شخصٌ ما يريدك على الهاتف.

Iemand roept je.

إن لم تكن تعلم ما هي القيم التي يمتلكها أحدهم،

Als je niet weet wat iemands waarden zijn,

كتب أحدهم: "شخصية سولت صعبة ، وفوق كل شيء مغرورة" ، "إنه

"Het karakter van Soult is moeilijk, en vooral egoïstisch", schreef iemand, "Hij heeft

من التعبير عن الخوف في أي وقت - قال أحدهم على سبيل المثال إنه لن يركع على ركبتيه لقطع

op enig moment angst te uiten - een van hen zei bijvoorbeeld dat hij niet zou knielen