Examples of using "York'a" in a sentence and their dutch translations:
Hij zal volgende maand naar New York gaan.
Ze gaan vertrekken naar New York.
We plannen een trip naar New York.
Tom denkt eraan naar New York te gaan.
Ze vertrekt zondag naar New York.
Wij noemen New York "the Big Apple".
Hoelang duurde de reis naar New York?
De volgende week moet ik naar New York vertrekken.
Waarom wordt New York “De Grote Appel” genoemd?
Ze vertrekt zondag naar New York.
Een week geleden vertrok hij naar New York.
Harold Godwinson marcheerde heel snel naar York, en bleef door York marcheren, en