Examples of using "Sürer" in a sentence and their dutch translations:
Liefde duurt.
Betty rijdt snel.
- Hoelang duurt dit?
- Hoelang duurt dat?
Tom rijdt.
Dat gaat uren duren.
- Kun je langzamer rijden?
- Zou u trager kunnen rijden?
- Zou je trager kunnen rijden?
Er heerst paniek op de Titanic.
Hij rijdt snel.
Hoelang zou dat duren?
Tom rijdt te snel.
Tom rijdt in een BMW.
De exodus van miljoenen vleermuizen gaat uren door.
- Hij rijdt heel snel.
- Hij rijdt heel vlug.
Hoe lang gaat het nog duren?
Hij rijdt vaak met zijn vader's auto.
Hoelang gaat het duren om daar te komen?
Hoelang zou je erover doen om mijn garage te verven?
Hoe lang duurt het om het station te bereiken?
Tom rijdt langzamer dan Maria.
- Hoe lang is je kerstvakantie?
- Hoe lang is uw kerstvakantie?
Hoelang zal het ons duren?
Het kost twintig minuten om van het station naar school te lopen.
- Ik heb een eeuwigheid nodig om alles uit te leggen.
- Ik zou een eeuwigheid bezig zijn om alles uit te leggen.
Hoe lang duurt een omwenteling van de aarde?
Hoe lang is het van hier naar jouw huis?
Ik zou een eeuwigheid bezig zijn om alles uit te leggen.
Tom rijdt voorzichtig.
Tom rijdt als een maniak.
Papa rijdt altijd te hard.
Tom rijdt snel.
Het is vier uur rijden van New York naar Boston.
Hoe lang is het fietsen van hier naar jouw huis?
Verder naar het noorden... ...blijft de duisternis langer hangen.
maar een mensenleven duurt vaak minder dan 100 jaar.
"Hoeveel tijd is er nodig om te voet naar Wenen te gaan?" "Excuseer, ik ben niet van hier."
Waan is van korte duur, maar spijt duurt een lange tijd.
Hoe lang gaat dit nog duren?
Een etmaal duurt achtenzestigduizend vierhonderd seconden.
Tom rijdt zestig mijlen per uur op de snelweg om brandstof te besparen.
Hoelang duurt het om van hier naar het Hilton-hotel te gaan?