Examples of using "Karı" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou van sneeuw.
De zon smolt de sneeuw.
- We zijn een echtpaar.
- Wij zijn man en vrouw.
Ze smolt sneeuw.
Tom houdt van sneeuw.
Zij houdt van sneeuw.
Maria houdt van sneeuw.
Ik hou van sneeuw. Het is zo mooi!
Ik hou van regen en sneeuw.
Het is sneeuw van vorig jaar.