Examples of using "Cuma" in a sentence and their dutch translations:
Eindelijk is het vrijdag.
Eindelijk is het vrijdag.
- Vandaag is het vrijdag.
- Het is vandaag vrijdag.
Woensdag? Donderdag? Vrijdag?
Is het vandaag vrijdag?
Ik hou van vrijdag!
Het ongeluk vond op vrijdag plaats.
Mijn vader stierf op een vrijdag.
Oh nee, het is vrijdag de dertiende!
Ben je vrijdagmiddag vrij?
Sami ging vrijdag naar de moskee.
Tom gaat vrijdag op reis.
Tom vertrekt naar India komende vrijdag.
Lees voor vrijdag hoofdstuk 4.
Komende vrijdag heb ik een afspraakje met een meisje dat Maria heet.
Mevrouw Klein geeft elke vrijdag een test.
Tom en zijn vrienden spelen bijna iedere vrijdagavond poker.
Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag zijn de dagen van de week.
De directeur van het bedrijf, aan wie ik u deze vrijdag heb voorgesteld, wil u weer spreken.
De dagen van de week zijn maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag.
Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag zijn de zeven dagen van de week.
- "Ben je single?" "Technisch gezien wel, maar ik heb komende vrijdag een date."
- "Ben je vrijgezel?" "Technisch gezien wel, maar ik heb komende vrijdag een afspraakje."
Een week heeft zeven dagen: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag.
Op doordeweekse avonden gaat Tom om negen uur naar bed, maar op vrijdagen en zaterdagen blijft hij veel langer op.