Examples of using "Avro" in a sentence and their dutch translations:
Zij moeten honderd euro betalen.
100 euro voor de hele dag.
De thee kost twee euro.
Dat kost 30 euro.
Ik verdien €100 per dag.
Ik verdien €100 per dag.
Maria gaf hem tien euro.
Soms verdien ik bijna 200 euro per dag.
Als je €30 in je la vindt, dan komt dat doordat ik te veel bankbiljetten had en ze daarom bij jou gelaten heb.