Translation of "Vocabulario" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Vocabulario" in a sentence and their dutch translations:

Mi vocabulario es limitado.

Mijn woordenschat is beperkt.

Su vocabulario es inadecuado.

Zijn woordenschat is ontoereikend.

La palabra "terrorista" no estaba en mi vocabulario,

Het woord 'terrorist' stond niet op ons spellinglijstje,

Las personas negras la incorporaron a su vocabulario

dat zwarte mensen voor het eerst het n-woord in hun vocabulaire opnamen

Y mientras creaba ese vocabulario, avancé a las oraciones.

Naarmate ik meer woorden kende, ging ik over naar zinnen.

Él sabe toda la gramática de la lengua, pero le falta vocabulario.

Hij kent alle grammatica van de taal, maar het ontbreekt hem aan woordenschat.

Y la broma es en realidad sobre el rey Ella, porque hay un vocabulario de corral, cerditos

En de grap gaat eigenlijk over koning Ella, want er is een boerenvocabulaire, zwijntjes

Cuando un angloparlante se da cuenta de que un extranjero con el que está hablando no entiende una de sus frases, la repite de la misma manera, pero más alto, como si la persona estuviera sorda. No se le ocurre en ningún momento que puede que su vocabulario sea complicado o que su expresión muy probablemente sea ambigua para un extranjero y que podría reformularla de una forma más sencilla. El resultado es que, aparte de que la persona sigue sin entenderla, ésta se enfada por ser considerada sorda.

Als iemand die Engels spreekt merkt dat een buitenlander met wie hij praat een van zijn zinnen niet begrijpt, dan herhaalt hij het, op dezelfde manier, maar harder, alsof de ander doof is. Het komt aldoor niet bij hem op dat de woorden die hij gebruikt wellicht te moeilijk zijn, of dat zijn uitdrukking wellicht op meerdere manieren door een buitenlander opgevat kunnen worden en dat hij het beter op een makkelijkere manier kan verwoorden. Het resultaat is niet alleen dat de ander het nog steeds niet begrijpt, maar ook geïrriteerd raakt omdat hij als dove behandeld wordt.