Examples of using "Magia" in a sentence and their dutch translations:
Het is magisch.
Vriendschap is magie.
Tom beoefent zwarte magie.
Geloof je in magie?
Tom gelooft in magie.
Ik geloof in magie.
...en er hangt magie in de lucht.
Je hoeft niet bang te zijn voor magie.
Tom kent een aantal goocheltrucs.
De magie gebeurt hier in dit camerasysteem.
was dat de eigenlijke magie niet op papier plaatsvindt,
In de hemel vindt magie plaats. Elektronen van de zon bombarderen de aarde.
Alchemie werd beschouwd als een vorm van tovenarij.