Examples of using "Libros" in a sentence and their dutch translations:
Hij schrijft boeken.
- U heeft veel boeken.
- Jij hebt veel boeken.
- Jullie hebben veel boeken.
Ik download boeken.
Ik lees boeken.
Hoeveel boeken hebben jullie?
Die boeken zijn van mij.
Er zijn heel wat boeken over het onderwerp.
Niet alle boeken zijn goede boeken.
John verkocht vroeger boeken.
Ik bezit maar 10 boeken.
Ik kocht veel boeken.
Dat zijn mijn boeken.
Ik heb veel boeken nodig.
Ik lees graag boeken.
Deze boeken zijn makkelijker dan die boeken.
Hoeveel boeken bezit je?
- Hoeveel boeken heeft hij?
- Hoeveel boeken bezit hij?
Sluit jullie boeken.
Ik heb twee boeken.
Ik lees geen boeken.
Ik heb veel boeken.
Ik kocht veel boeken.
Ze hebben weinig boeken.
Ik heb enkele boeken.
John verkocht vroeger boeken.
Ik heb enkele boeken gelezen.
Heb je twee boeken?
Ik heb veel boeken nodig.
Hij schrijft boeken.
Ik lees veel boeken.
Jullie hebben veel boeken.
Ik download boeken.
- Ze bezit tweeduizend boeken.
- Ze heeft tweeduizend boeken.
Ik heb amper tien boeken.
Papa heeft boeken voor me gekocht.
Hij leest graag boeken.
Van wie zijn die boeken?
Het zijn hun boeken.
Ik heb deze boeken in Duitsland besteld.
Ze bezit tweeduizend boeken.
Ze leest graag boeken.
Boeken fascineren me.
Ze heeft tweeduizend boeken.
Waar kan ik boeken kopen?
Waar zijn mijn boeken?
Ik heb hem een paar boeken gegeven.
Hij publiceert boeken in Italië.
Ze heeft meer boeken.
Hoeveel boeken bezit u?
Gisteren heb ik twee boeken verkocht.
Ik lees heel graag boeken.
- Dit zijn onze boeken.
- Hier zijn onze boeken.
- Ze heeft enkele boeken.
- Ze heeft een paar boeken.
Dit zijn onze boeken.
Papa heeft boeken voor me gekocht.
- Ik heb enkele boeken.
- Ik heb een paar boeken.
Die boeken zijn nieuw.