Examples of using "Leo" in a sentence and their dutch translations:
Ik lees.
Ik lees niet.
Ik lees vaak.
Ik lees boeken.
Ik lees.
Ik lees geen boeken.
Ik lees veel boeken.
- Ik lees de Koran.
- Ik las de Koran.
- Ik heb de Koran gelezen.
Ik lees vaak boeken.
Ik lees zijn romans niet.
Ik lees de New York Times.
Ik lees alle soorten boeken.
Gewoonlijk lees ik terwijl ik eet.
Ik lees mijn stripboeken en ik ben gelukkig.
Ik lees een boek terwijl ik aan het eten ben.
Leo Messi is een voetballer.
- Ik ben een boek aan het lezen.
- Ik lees een boek.
- Ik ben een tijdschrift aan het lezen.
- Ik lees een tijdschrift.
Ik kan Engels lezen, maar ik spreek het niet.
Ik lees dit soort boek niet vaak.
Ik lees altijd eerst de sportbijlage.
Ik lees elke maand minstens één boek.
Voor het slapen gaan lees ik boeken altijd even voor.
Met sommige boeken is het zo, dat hoe vaker ik ze lees, hoe minder ik ervan begrijp.
Voor het inslapen lees ik alleen romans, geen wetenschap of zo.
Ik lees elke dag samen met m'n vader en moeder.
- Ik heb een brief gelezen.
- Ik las een brief.
Dit boek heeft zestig bladzijden. Dus, als ik elke dag vijftien bladzijden lees, zal ik het hele boek in vier dagen uit hebben.