Translation of "Identidad" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Identidad" in a sentence and their dutch translations:

Finalmente, identidad.

Tot slot, identiteit.

Enséñeme su carnet de identidad.

Toon me uw identiteitskaart.

De esta manera, la identidad cultural

Zo schuift culturele identiteit

Podemos voltear la identidad con mejores historias.

We kunnen identiteit omgooien met betere verhalen.

No podemos vivir con identidades falsas o sin una identidad.

en we niet kunnen leven met valse identiteiten of geen identiteit.

Y mi identidad triunfa sobre la verdad en cualquier momento.

en mijn identiteit overtroeft de waarheid keer op keer.

- Éste es mi carnet de identidad.
- Este es mi DNI.

Dit is mijn identiteitsbewijs.

Pues si yo no hubiera estado usando una pequeña muestra de mi identidad

Als ik niet een stukje identiteit op mijn hoofd had gedragen,

Una sociedad que cambia refleja un cambio en el sentido de la identidad personal

En een veranderde maatschappij reflecteert een veranderde persoonlijke identiteit