Examples of using "Hablamos" in a sentence and their dutch translations:
We spreken.
Wij spreken Japans.
- We spraken.
- We praatten.
- We hebben gepraat.
Ik spreek je later.
Wij spreken Frans.
- We hebben elkaar gisteren gesproken.
- We hebben gisteren gesproken.
Snap je, we praten wél over terugkeer
Wij spreken allemaal Engels.
We hebben niet gesproken gisteren.
- We hadden het over Australië.
- We praatten over Australië.
We spreken geen Frans.
We spreken allemaal Frans.
We spraken elkaar aan de telefoon.
We spraken over verschillende onderwerpen.
We praatten over poëzie en literatuur.
Dus dit gaat echt over het soort geluk
maar we gebruiken die woorden niet
We spraken over de test van gisteren.
- Wij spreken Nederduits. Jij ook?
- Wij spreken Platduits. Jij ook?
dus we praten niet over seks in de klas.
Dus wat bedoelen we eigenlijk met 'lawaai'?
Ik sprak met hem door de telefoon.
Waarom spreken we over voedsel in termen van gewicht?
en praten met minachting over de anderen.
Hij is de jongen over wie we het laatst hadden.
Daarnaast spraken we natuurlijk ook over ons plan.
We behandelen gesprekken erover als seks vóór de seksuele voorlichting.
"Tom, ik heb het gevoel dat we verschillende talen aan het spreken zijn." "What did you say, Mary?"