Examples of using "Ego" in a sentence and their dutch translations:
Tom heeft een heel groot ego.
De grootste leugen is het ego.
is gegaan over het bouwen van een stabiele relatie met je ego.
Als ik een ponderosaden was en ik had een ego
Een man zei ooit tegen de Boeddha: "Ik wil gelukkig zijn!" Boeddha zei: "Verwijder eerst 'ik', dat is het ego, verwijder dan 'wil', dat is begeerte. Kijk, nu heb je alleen nog maar blijdschap!"