Examples of using "Diccionario" in a sentence and their dutch translations:
- Heb je een woordenboek?
- Hebt u een woordenboek?
Ik heb een woordenboek.
- Ge kunt mijn woordenboek gebruiken.
- Je kan mijn woordenboek gebruiken.
- U kunt mijn woordenboek gebruiken.
Ik heb een woordenboek.
Zij gaf het woordenboek terug.
- Heb je een woordenboek?
- Hebt u een woordenboek?
Kun je mij je woordenboek lenen?
Heeft Emily een woordenboek?
Het is een woordenboek.
Breng me het woordenboek.
Ik heb een woordenboek nodig.
Heb je een woordenboek?
Hebben ze een woordenboek?
Ik had een woordenboek.
Leent ge mij uw woordenboek?
- Dit woordenboek is bij de tijd.
- Dit woordenboek is up-to-date.
- Mag ik jouw woordenboek lenen?
- Mag ik uw woordenboek lenen?
Heb je een Frans woordenboek?
Dit woordenboek is volstrekt nutteloos.
Mag ik je woordenboek even gebruiken?
Zij kocht ook dat woordenboek.
Zoek het op in je woordenboek.
Dat is mijn woordenboek.
Hou het woordenboek bij je.
Het woordenboek is bij.
Ik heb een goed woordenboek nodig.
- Is dit jouw woordenboek?
- Is dit uw woordenboek?
Dit woordenboek is van mij.
- Mag ik je woordenboek even?
- Kan ik je woordenboek gebruiken?
- Mag ik je woordenboek gebruiken?
- Je mag mijn woordenboek gebruiken.
- Jullie mogen mijn woordenboek gebruiken.
Hij is een lopend woordenboek.
Ik heb haar haar woordenboek teruggegeven.
Hebt u een woordenboek?
Ik heb het woordenboek.
Ik heb een betere woordenboek nodig.
Heeft Emily een woordenboek?
Dit is mijn woordenboek.
Kan ik dit woordenboek gebruiken?
Dit woordenboek is duur.
- Je mag mijn woordenboek gebruiken.
- Jullie mogen mijn woordenboek gebruiken.
Ik wil dit woordenboek kopen.
- Kan ik jouw woordenboek lenen?
- Kan ik uw woordenboek lenen?
Waar is het woordenboek?
- Je kan dit woordenboek gebruiken.
- U kunt dit woordenboek gebruiken.
- Je kunt dit woordenboek gebruiken.
Dit woordenboek is niet van mij.
Weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken?
- Heb je een Engels woordenboek?
- Hebben jullie een Engels woordenboek?
- Hebt u een Engels woordenboek?
- Iedereen mag dit woordenboek gebruiken.
- Iedereen mag van dit woordenboek gebruikmaken.
Hij raadde me dit woordenboek aan.
Dit woordenboek is niet van mij.
Dit woordenboek is volstrekt nutteloos.
Mijn woordenboek is erg handig.
Ik heb precies hetzelfde woordenboek.
Ik heb geen goed woordenboek.
Zij kocht ook het woordenboek.
Ik heb een Japans-Engels woordenboek nodig.
Van wie is dit woordenboek?
Ik moet het woordenboek gebruiken.
Je kunt op dit woordenboek vertrouwen.
Je mag altijd mijn woordenboek gebruiken.
Geef mij het woordenboek alstublieft.
Ik wil een goedkoop woordenboek kopen.
Dit woordenboek is up-to-date.
Het woord staat niet in mijn woordenboek.
Mag ik je woordenboek even gebruiken?
Zoek dat woord op in het woordenboek.
Er ligt een woordenboek op de schrijftafel.
Ik heb een woordenboek in mijn hand.