Translation of "Decía" in Dutch

0.012 sec.

Examples of using "Decía" in a sentence and their dutch translations:

Que decía: "¡Felicidades!

Er stond in: "Proficiat!

"Todos moriremos, Susie", decía,

"We gaan allemaal dood, Susie," zei hij.

Le decía buenas noches.

Ik zei hem goedenacht.

Entendí lo que ella decía.

Ik heb begrepen wat ze zei.

Dallas me decía que medía 1.80 m,

Dallas zei dingen tegen me - hij was één meter tachtig -

Entendí el meollo de lo que decía.

Ik kreeg de grote lijnen mee van wat hij zei.

Mientras yo hablaba, él no decía nada.

Terwijl ik sprak, zei hij niets.

No recuerdo cómo se decía "Gracias" en alemán.

Ik kan me niet herinneren hoe je "Bedankt" in het Duits zegt.

Tom apenas podía entender lo que decía Mary.

Tom kon nauwelijks verstaan wat Mary zei.

Se decía que tenían ojos blancos y pelo rojo.

Ik had gehoord dat hun ogen wit waren en hun haar rood.

Eres aún más linda de lo que Tom decía.

Je bent nog mooier dan Tom zei.

Decía: 'hijos míos, cuando se enteren de esto, me vengarán'.

Hij zei: 'mijn zonen, als ze dit horen, zullen ze me wreken.'

"Quien ama a los dioses muere joven," se decía antaño.

"Wie de goden liefhebben, die sterft jong," werd in vroeger dagen gezegd.

Recibí un telegrama que decía que mi tío había llegado.

Ik ontving een telegram dat mijn oom aangekomen was.

Y me di cuenta de que entendía lo que me decía,

en ik besefte dat ik begreep wat ze zei

- Él decía la verdad.
- Él dijo la verdad.
- Dijo la verdad.

- Hij heeft de waarheid verteld.
- Hij vertelde de waarheid.

- Te lo he dicho muchas veces.
- Te lo decía a menudo.

- Ik heb het je dikwijls gezegd.
- Ik heb het je meermaals verteld.

No tuve que abrir la carta. Sabía exactamente lo que decía.

Ik moest de brief niet openen. Ik wist heel precies wat erin stond.

Se decía que el fuego había sido causado por un fumador desatento.

Men beweerde dat het vuur veroorzaakt was door een onoplettende roker.

Estaba a punto de dormirse cuando oyó que alguien decía su nombre.

- Hij zou juist in slaap gevallen zijn, toen hij iemand zijn naam hoorde roepen.
- Hij stond op het punt in slaap te vallen, toen hij hoorde dat iemand zijn naam zei.

“Macdonald para Francia”, se decía, “Oudinot para el ejército; Marmont por la amistad ".

“Macdonald voor Frankrijk”, werd er gezegd, “Oudinot voor het leger; Marmont voor vriendschap. "

Ya que Tom hablaba en francés, yo no podía entender lo que decía.

Omdat Tom Frans praatte, kon ik niet begrijpen wat hij zei.

- Ni yo mismo entendí lo que decía.
- Ni siquiera yo entendía qué estaba diciendo.

Ik begon problemen te ondervinden bij het begrijpen van wat ik zelf zei.

El juego traía una placa que decía: "No es aconsejable para menores de 16 años".

Op het speelgoed zat een label met de tekst: "Niet geschikt voor kinderen onder 16 jaar".

- No recuerdo cómo se decía "Gracias" en alemán.
- Ya no me acuerdo de cómo se dice "gracias" en alemán.

Ik kan me niet herinneren hoe je "Bedankt" in het Duits zegt.

Y en aquel entonces se decía: "En Estados Unidos no hay golpe de estado porque no tienen embajada de los Estados Unidos."

Toen werd er gezegd: 'Er is geen staatsgreep in Amerika... ...omdat ze geen Amerikaanse ambassade hebben.'