Translation of "Cruz" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Cruz" in a sentence and their dutch translations:

- ¿Cara o cruz?
- ¿Cara o ceca?

- Kop of let?
- Kop of munt?

Ellos donaron dinero a la Cruz Roja.

Ze schonken geld aan het Rode Kruis.

La cruz fue trasladada a la iglesia.

Het kruis is overgebracht naar de kerk.

Ella hizo mucho trabajo voluntario por la Cruz Roja.

Zij deed veel vrijwilligerswerk voor het Rode Kruis.

Tom lanzó la moneda y preguntó "¿cara o cruz?"

Tom toste het muntstuk en zei: „Kop of munt?”

- ¿Cara o cruz?
- ¿Cara o ceca?
- ¿Cara o sello?

Kop of let?

En el cuerpo a cuerpo, la verdadera Cruz cae en manos de los musulmanes.

In het gevecht valt het Ware Kruis in moslims handen.