Examples of using "Billete" in a sentence and their dutch translations:
Uw kaartje, alstublieft.
- Ticket, alsjeblieft.
- Ticket, alstublieft.
- Het kaartje kost 100 euro.
- Het toegangskaartje kost honderd euro.
Waar kan ik een kaartje kopen?
Heb je een retourkaartje gekocht?
Vergeet het kaartje niet.
Hier mijn terugkeerticket.
Wat is de prijs van een ticket?
Om met de bus te gaan, heb je een kaartje nodig.
Heb je een retourkaartje gekocht?
Ik wil morgen een vliegticket kopen.
Het ticket is geldig tot en met maandag.
Een enkeltje Birmingham, alstublieft.
Waar kan ik een kaartje kopen?
Ik heb geen ticket.
Hoeveel kost een retourticket naar Caracas?
Ik ben mijn kaartje kwijt.
Hier mijn terugkeerticket.