Translation of "Anfitrión" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Anfitrión" in a sentence and their dutch translations:

El anfitrión cortó el pavo para los invitados.

De gastheer sneed de kalkoen aan voor de gasten.

Cuando fui allí, mi anfitrión me acompañó al edificio

Toen ik er op bezoek ging, leidde mijn gastheer me naar binnen

¿Quién es el anfitrión en la fiesta de hoy?

Wie is de gastheer van het feestje van vandaag?