Examples of using "сильная" in a sentence and their dutch translations:
- Ze is sterk.
- Zij is sterk.
Ze heeft een sterke persoonlijkheid.
Hij heeft een sterke persoonlijkheid.
Die vrouw is sterk.
Ik ben een sterke vrouw.
- Ze is erg sterk.
- Zij is erg sterk.
Je bent resoluut.
Plots brak er een grote storm uit.
Ik ben sterk.
Ik denk dat we een sterk team zijn.
U bent erg sterk.
- Waar ben jij goed in?
- Waar bent u goed in?
Tom heeft een verschrikkelijke hoofdpijn.
Ze is een krachtige heks.
Ik ben erg allergisch voor pinda's.
De sterke muistroom sleepte Tom ver weg van de kust.
Ik had grote dorst en ik wou iets kouds drinken.
Ik was sterk.
- Ik ben zo sterk als gij.
- Ik ben net zo sterk als jij.