Examples of using "русские" in a sentence and their dutch translations:
Russen weten alles van beren.
Zij zijn Russisch.
Russen glimlachen nooit.
Russische meiden houden van IJslanders.
Ik ben er vandaag achter gekomen dat er een film is genaamd "De Russen komen! De Russen komen!"
Heb je Russische kranten?
Vergeleken met Poolse getallen zijn Russische getallen een eitje.
Maria vindt het niet leuk dat Russen haar „Meri” noemen.