Examples of using "любят" in a sentence and their dutch translations:
Iedereen houdt van haar.
Iedereen houdt van hem.
Mijn ouders houden van me.
Konijnen eten graag wortelen.
- Ze houden van ons.
- Zij houden van ons.
Iedereen houdt van geld.
- Vrouwen zijn daar gek op.
- Vrouwen zijn daar dol op.
- Daar houden vrouwen van.
Kinderen houden veel van koeken.
- Haar vrienden houden van haar.
- Zijn vrienden houden van hem.
- Haar vrienden houden van hem.
Iedereen houdt van haar.
Houdt iedereen van muziek?
Wetenschappers zitten er niet graag naast, maar puzzelen vinden we fijn.
Europeanen drinken graag wijn.
Mijn ouders houden van me.
Spinnen maken graag spinnenwebben.
De vrouwen houden van thee.
Iedereen houdt van Mac.
Iedereen houdt van muziek.
Konijnen houden van wortels.
Zij houden van appels.
Ze houden van zingen.
Iedereen houdt van Tom.
Vrouwen houden van geschenken.
- Ze houden van ons.
- Zij houden van ons.
Iedereen houdt van haar.
Iedereen houdt van hem.
Ze houden van Tom.
Zij houden van muziek.
Konijnen houden van wortels.
Mensen houden van vrijheid.
Veel mensen reizen graag.
Zij houden van fruit.
Iedereen houdt van poppen.
Veel mensen houden van Fado.
Europeanen houden van wijn.
- Ze zijn er gek op.
- Ze vinden het prachtig.
Ze houden van me.
Iedereen houdt van ijs.
Zij houden van sneeuw.
Muggen houden van mij.
Houden zij van sinaasappels?
- Iedereen houdt van hem.
- Iedereen ziet hem graag.
Mijn ouders houden van me.
Mensen houden van honden.
Zij houden van koffie.
Iedereen houdt van Mac.
Iedereen houdt van pizza.
Kinderen houden van ijs.
Veel mensen houden van chocolade.
Mieren houden van suiker.
Beren houden van honing.
Kinderen houden van chocolade.
Kinderen houden van honden.
Men zegt dat de Fransen van kunst houden.
Katten zijn niet graag nat.
- Iedereen houdt van hem.
- Hij is door iedereen graag gezien.
- Iedereen mag hem.
Gokkers houden van risico's.
Ouders houden van hun kinderen.
- Ze houden niet van mij.
- Ze mogen me niet.
Iedereen houdt van grote pizza's.
Ik word bemind.
De Fransen eten graag slakken.
Iedereen houdt van mijn kat.
Katten houden niet van honden.
Kinderen houden van gummiberen.
Spinnen maken graag spinnenwebben.
Ze houden van dat lied.
Kinderen luisteren graag naar sprookjes.
Russische meiden houden van IJslanders.
Europeanen drinken graag wijn.
Ze houden van elkaar.
Ze houden niet van katten.