Translation of "расти" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "расти" in a sentence and their dutch translations:

Люди, время расти.

Tijd om te groeien, mensen.

Дерево перестало расти.

De boom is gestopt met groeien.

Цены продолжают расти.

De prijzen blijven stijgen.

Цены продолжали расти.

De prijzen bleven stijgen.

выбросы будут продолжать расти.

zal de uitstoot blijven stijgen.

Ее зубы не перестают расти.

Ze blijven groeien.

и не желаем больше расти.

en spannen ons niet meer in.

потому что нам было куда расти.

want er was nog een lange weg te gaan.

а количество заражённых и умерших продолжало расти,

en het aantal besmettingen en sterfgevallen bleef stijgen,

Совершай ошибки, учись на них и расти.

Maak fouten, leer ervan en groei!

Но ученые ожидают, что этот показатель будет расти.

Maar wetenschappers voorspellen dat dat nummer omhoog gaat

Этот куст может расти там, где не растет ничего.

Je staat er versteld van waar het groeit.

Ямочки были вокруг до того, как эта линия начала расти,

Kuiltjes bestonden al voordat deze lijn begon te stijgen,