Examples of using "Дерево" in a sentence and their dutch translations:
De boom is ziek.
Plant een boom.
- Het hout drijft.
- Hout drijft.
Haar boom raakt op.
Het hout drijft.
Dit is een boom.
De boom staat recht.
De boom is groen.
De boom brandt.
De boom is hoog.
Waar is de boom?
De boom is omgevallen.
De boom valt.
Een mens die een boom heeft ingeslikt, verandert in een boom die een mens heeft ingeslikt.
Voor het huis staat een boom.
Dit is een heel grote boom.
Ik reed tegen een boom.
...zelfs op deze boom...
Van onderen!
Ze hakten de boom om.
Wie heeft de boom geplant?
Deze boom is lang.
Zij tekende een boom.
Ze gaf een boom water.
De boom is gestopt met groeien.
Dit is een sinaasappelboom.
Tom plantte een boom.
We hebben een boom geplant.
We hebben een boom geplant.
Hout brandt gemakkelijk.
- De kat probeert de boom te beklimmen.
- De kat probeert in de boom te klimmen.
Deze boom kan het goed doen.
Aan de vruchten kent men de boom.
Aan de vrucht herken je de boom.
De boom is nog niet klaar.
- Tom beklimt een boom.
- Tom klimt in een boom.
Tom hakte een kersenboom om.
Een omgevallen boom versperde de straat.
Droog hout brandt goed.
De boom is getroffen door de bliksem.
Hoe heet deze boom?
- Deze boom is erg oud.
- Deze boom is heel oud.
Een oude boom is moeilijk te verplanten.
Dat is geen sinaasappelboom.
Dat is een heel klein boompje.
Hout drijft, maar ijzer zinkt naar beneden.
Koele grot? Of hoge boom?
Deze boom is een perfect uitkijkpunt.
Een beer kan in een boom klimmen.
- Hij heeft een boom omgehakt in de tuin.
- Hij heeft een boom in de tuin geveld.
In een boom klimmen is voor een aap gemakkelijk.
Een aap beklimt een hoge boom.
Hout drijft in water.
Heb je ooit een boom geplant?
We hebben een sinaasappelboom.
Hij stak zijn mes in de boom.
Tom gooide een steen naar de boom.
- Hij heeft een boom omgehakt in de tuin.
- Hij heeft een boom in de tuin geveld.