Examples of using "размер" in a sentence and their dutch translations:
- Weet u uw maat?
- Weet u welke maat u hebt?
- De grootte maakt uit.
- Grootte doet ertoe.
Welke schoenmaat heb je?
Welke schoenmaat heeft u?
Wat is zijn schoenmaat?
- Weet u uw maat?
- Weet u welke maat u hebt?
Deze schoen is een maat groter.
Ik weet niet zeker welke maat ze heeft.
Welke schoenmaat heeft u?
De groep mag niet groter zijn dan twaalf personen.
met kleinere schotels of dozen,
- Weet u uw maat?
- Weet u welke maat u hebt?
Probeer dit maar eens.
Hoe hoog is het minimumloon in Tsjechië?
Mercurius is slechts ongeveer een derde van de grootte van de aarde. Hij is kleiner dan elke andere planeet.
Wat is het minimumloon in Nederland?