Examples of using "пообещала" in a sentence and their dutch translations:
Ze beloofde me te komen.
- Ze heeft het beloofd.
- Zij heeft het beloofd.
- Ze beloofde het.
- Zij beloofde het.
Ze beloofde me te komen.
Zij beloofde niet opnieuw te laat te komen.
Ze beloofde me dat ze mijn kamer op zou ruimen.
Maria beloofde me dat ze zou helpen.