Examples of using "пользоваться" in a sentence and their dutch translations:
Weet jij hoe je een computer moet gebruiken?
Weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken?
- Je kan dit woordenboek gebruiken.
- U kunt dit woordenboek gebruiken.
- Je kunt dit woordenboek gebruiken.
Tatoeba is makkelijk te gebruiken.
- Weet gij hoe men een computer gebruikt?
- Weet jij hoe je een computer moet gebruiken?
- Kunt gij een computer gebruiken?
- Weet jij hoe je een computer moet gebruiken?
Mag ik dit gebruiken?
Wat kan ik gebruiken?
Hoe gebruikt men die kaart?
- Ga jij dit gebruiken?
- Ga je dit gebruiken?
- Gaan jullie dit gebruiken?
- Iedereen mag dit woordenboek gebruiken.
- Iedereen mag van dit woordenboek gebruikmaken.
Ik weet niet hoe een videorecorder werkt.
Weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken?
Weet je ook hoe je een computer gebruikt?
Alleen zij kan de computer gebruiken.
Het is een voordeel een computer te kunnen gebruiken.
- Gebruik gerust mijn woordenboek.
- Gebruikt u gerust mijn woordenboek.
Ik wou dat ik kon toveren.
De baby kan nog geen lepel gebruiken.
Je mag altijd mijn woordenboek gebruiken.
Zij wil populair zijn op school.
Weet iemand hoe Photoshop werkt?
Ik ben pas net begonnen met het gebuiken van deze site.
Je mag altijd mijn woordenboek gebruiken.
Tom snapt niet hoe je een computer moet gebruiken.
Zij stonden ons niet toe de dienstlift te gebruiken.
Ik heb geen idee hoe je dit ding moet gebruiken.
Kun je me laten zien hoe je deze camera gebruikt?
Je mag mijn auto gebruiken als je voorzichtig rijdt.
Kunt u mij vertellen hoe deze wasmachine gebruikt moet worden?
Ze toonde hem hoe hij het nieuwe programma moest gebruiken.
Ze vroeg mij of ze kon telefoneren.
hebben veel mensen uitgesloten van de voordelen van de ruimte
Ik kan me niet meer herinneren hoe ik deze machine moet gebruiken.
Wanneer men aardrijkskunde studeert, moet men doorlopend kaarten gebruiken.
Tom, kan je Mary laten zien hoe de scanner werkt?
Ik gebruik niet graag dildo's, geef mij maar echte piemels.
Hoe gebruik je dit fototoestel?
Je mag mijn jacht gebruiken.
Het is mij verboden deze telefoon te gebruiken.
Ik heb Tom gezegd niet die daar te gebruiken.
- Ge kunt mijn woordenboek gebruiken.
- Je kan mijn woordenboek gebruiken.
- U kunt mijn woordenboek gebruiken.
Het land heeft bodemschatten, maar weet er geen gebruik van te maken.