Examples of using "этим" in a sentence and their dutch translations:
Daar ben ik blij mee.
Gebruik dit!
Regel het!
Regel het!
- Let op deze man.
- Observeer deze man.
En daarvoor moeten deze twee landen, deze twee krachtige reuzen,
Maria heeft deze tafel gebruikt.
- Je kan dit woordenboek gebruiken.
- U kunt dit woordenboek gebruiken.
- Je kunt dit woordenboek gebruiken.
- Let op deze man.
- Hou deze man in de gaten.
Dat is voorbij.
Ik ben daar trots op.
Wanneer wordt hierop gereageerd?
Niet vanavond.
Daarop kan je trots zijn.
Ik gebruik dat.
Gebruikte je dat?
Ik ben het hier niet mee eens.
Ik heb er geen zin in.
Wat heb je deze zomer gedaan?
Ik ben daar niet mee eens.
Deze huizen zijn vijfhonderd jaar oud.
Dus dat was wat we deden.
Kijken wat eronder zit.
Dit is wellicht een verklaring
Het is verschrikkelijk koud deze avond.
- We zijn ermee bezig.
- We werken eraan.
Ik zal ernaar kijken.
Mag ik dit gebruiken?
Doe het maar gewoon.
Ik ben er echt fier op.
Hij heeft zichzelf vanmorgen doodgeschoten.
Wie is eigenaar van dit huis?
- Ga jij dit gebruiken?
- Ga je dit gebruiken?
- Gaan jullie dit gebruiken?
Ik denk erover na.
Ik kan het wel aan.
- Wat ga je ermee doen?
- Wat gaat u ermee doen?
- Wat gaan jullie ermee doen?
- Wat ben je daarmee van plan?
- Wat bent u daarmee van plan?
- Wat zijn jullie daarmee van plan?
Ze werkten samen aan dit project.
Mijn wekker ging vanmorgen niet af.
Ik zal je helpen.
- Wat wil je hiermee doen?
- Wat wilt u hiermee doen?
Ik heb al met deze student gesproken.
Ik vraag me af wat hij daarmee bedoelde.
een bepaalde gemeenschap die deze hulpbron beheert
Is het daar? Richting die keien?
- Iedereen mag dit woordenboek gebruiken.
- Iedereen mag van dit woordenboek gebruikmaken.
Mag ik deze fiets gebruiken?
Het heeft deze zomer veel geregend.
Ik kan dat niet riskeren.
Wat wil je daarmee zeggen?
Ik wil dat niet doen.
Je hebt het heel goed gedaan.
Ik keur dit project goed.
Ik wou deze zomer werken.
Wat wil je daarmee zeggen?
Wat gaan we ermee doen?
- Wat wou je daarmee zeggen?
- Wat bedoelde je daarmee?
Ik moet deze mensen helpen.
Ik zal deze namiddag bezet zijn.
Ga je akkoord met dit voorstel?
- Wat heb je vanochtend gedaan?
- Wat was je vanochtend aan het doen?
Heb je daar hulp bij nodig?
Vanmorgen was Tom de laatste die aankwam.
Ik ben het er niet mee eens.
Die kinderen hebben onze hulp nodig.
Wat heb je deze zomer gedaan?
Wat moet ik hiermee aanvangen?
Kan ik dit woordenboek gebruiken?
Deze huizen zijn vijfhonderd jaar oud.
Daar ben ik het helemaal mee eens.
Ik moet erover nadenken.
Wat moet ik hiermee aanvangen?
- Ze willen niet dat je het gebruikt.
- Ze willen niet dat u het gebruikt.
Ik werd vanmorgen om half zeven wakker.
Ga je deze zomer ergens naartoe?
Tom kan daar niets aan doen.
Ik heb er geen zin in.
Heb je problemen daarmee?
- Ik ben te moe om dat nu te doen.
- Ik ben te moe om daar nu mee bezig te zijn.
- Laten we dit afmaken.
- Laten we dit afronden.
Ik vertel het even.
hopelijk delen we ze dan ook met de juiste motivatie.
...en jij bent er zeker klaar voor.
Maar ze cirkelen elk geval allemaal... ...in die hoek daar.
Misschien kon dit de Maan verklaren.
Ik doe dit nu acht jaar.
Nou, het is dat allemaal en nog veel meer.
Dit zijn enkele van de redenen
Kijk, hier ligt iets onder.
Het is een spannende tijd om hieraan te werken.
Ga je deze zomer ergens naartoe?
- Denk er eens over na.
- Denk er eens over na als je wil.
- Denk er eens over.