Examples of using "полицейский" in a sentence and their dutch translations:
Ben je een politieagent?
De politieagent was dronken.
Ik ben politieagent.
De politieagent bestuurt de auto.
De politieagent was dronken.
Haar vader is politieman.
De man is politieagent.
De politieagent was dronken.
De politieagent was dronken.
Zijn vader is politieagent.
Waar is het dichtstbijzijnde politiebureau?
De agent redde het kind van de verdrinkingsdood.
De politieagent bezocht alle huizen.
De politieagent haalde de twee vechtende mannen uit elkaar.
Ik ben een flik.
Ik ben politieagent.
- De politieagent heeft in de lucht geschoten.
- De politieagent schoot in de lucht.
Agent gewond!
De politieman nam de jongen het mes af.
De politieagent maande hem te stoppen.
Waar is het dichtstbijzijnde politiebureau?
De politieman greep de man bij de arm.
Elke agent in Boston is nu op zoek naar Tom.
Weet jij waar het politiebureau is?
De politie nam Dan zijn rijbewijs in beslag.
dat ze hen zouden meenemen naar het politiebureau,
Wat ga je met het geld doen, vroeg de politieagent.
Haar vader is politieman.