Examples of using "погода" in a sentence and their dutch translations:
Hoe is het weer?
Vandaag is het mooi weer.
Het weer was prachtig.
Wat een mooi weer!
April doet wat hij wil.
Het weer was prachtig.
- Wat een afschuwelijk weer!
- Wat een vreselijk weer!
- Het sneeuwt.
- Het weer is sneeuwig.
Hoe is het weer?
Verschrikkelijk weer.
Het is slecht weer.
Het is somber weer.
Het weer verslechterde.
- Het is mooi weer.
- Het weer is mooi.
- Het weer is prachtig.
Het is typisch herfstweer.
Het weer van gisteren was vreselijk.
Het weer is hier altijd onvoorspelbaar.
- Lekker weertje hè?
- Mooi weer, toch?
Vandaag is het mooi weer.
Hoe is het weer vandaag?
Het was verschrikkelijk weer.
Het weer is plots omgeslagen.
Het is verschrikkelijk weer vandaag.
Wat een afschuwelijk weer!
Het weer was prachtig.
Wat een prachtig weer.
Het weer is zo mooi!
Vandaag is het mooi weer.
Mooi weer, toch?
Het weer was prachtig.
Het weer was heerlijk.
Mooi weer, toch?
Het weer is zo mooi!
Het weer is vandaag een beetje beter.
Hoe is het weer?
Twee weken lang bleef het heet weer.
- Ik hoop dat het morgen mooi weer is.
- Ik hoop dat het weer morgen mooi zal zijn.
Het weer is snel veranderd.
Slecht weer is geen hinderpaal.
Welk weer was het gisteren?
Het is werkelijk een mooie dag vandaag.
Hoe is het weer in Boston?
Het weer is vandaag een beetje beter.
Het is vannacht mooi weer.
Wat een mooi weer!
- Het weer wordt steeds slechter.
- Het weer wordt alsmaar slechter.
Vandaag is het weer veel beter dan gisteren.
Als het weer goed is, ga ik.
Het weer is zo veranderlijk in de bergen.
Het weer had niet beter kunnen zijn.
Gelukkig was het weer mooi.
Het koude weer duurde drie weken.
Hoe is het weer in New York?
Ik hoop dat het weer morgen mooi zal zijn.
Mooi weer na de regen.
Mooi weer, nietwaar?
De laatste tijd is het slecht weer.
Ik vraag me af, hoe morgen het weer zal zijn.
Het zal snel opklaren.
Ik had me vergist: het weer was goed zaterdag.
Het is slecht weer. Het is koud en het regent.
Het regenweer duurde tien dagen achter elkaar.
Als het weer goed is, ga ik.
Vandaag is het weer veel beter dan gisteren.
Het weer was geschikt om te oogsten.
Wat een geluk dat het weer zo mooi is.
Gisteren hebben we slecht weer gehad.
Hoe is het weer bij jou?
De omstandigheden moeten goed zijn. Er is 'n kleine opklaring.
Dit koud weer komt niet veel voor in juni.
We hebben goed weer gehad de afgelopen tijd.
Hoe is het weer?
Het weer hier is hetzelfde als in Frankrijk.
Ik hoop dat het weer morgen mooi zal zijn.
Als het morgen mooi weer is, gaan we picknicken.
Als het warm is, loopt Maria graag op blote voeten.