Examples of using "отправилась" in a sentence and their dutch translations:
Ze is op weg naar Thailand.
Maria vertrok voor een wereldreis.
Moeder is naar de stad om wat brood te halen.
Ze is enkele dagen geleden op reis gegaan.
Ze ging naar Italië om muziek te studeren.
Vanmorgen lag de temperatuur onder nul, maar toch ben ik naar school gefietst.