Examples of using "Италию" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil naar Italië gaan.
Wanneer keert ge terug naar Italië?
Wanneer keert ge terug naar Italië?
Ze is naar Italië gegaan.
Wanneer keert ge terug naar Italië?
Ze ging naar Italië om literatuur te studeren.
Mijn zus is naar Italië vertrokken om te studeren.
Ik ben afgelopen zomer naar Italië gereisd.
Ze ging naar Italië om Italiaans te leren.
Hij ging naar Italië, om muziek te studeren.
Ze ging naar Italië om muziek te studeren.
Mijn familie gaat ieder jaar naar Italië.
Italië wordt omringd door de Middellandse Zee.
Zonder moeilijkheden was ik in Italië aangekomen.