Examples of using "обязан" in a sentence and their dutch translations:
Niemand is iemand iets schuldig.
Ik heb mijn leven aan hem te danken.
Wat ik ben, heb ik te danken aan mijn vader.
- Wie ik vandaag ben heb ik aan jou te danken.
- Wie ik vandaag ben heb ik aan u te danken.
- Wie ik nu ben, heb ik aan jullie te danken.
Een mens moet werken.
Je moet het werk doen, ook al vind je het niet leuk.
Er moet iets zijn dat je kan doen.
Hij moet een nieuwe fiets voor zijn zoon kopen.
Je hoeft niet te zingen.
- U hoeft niet te antwoorden.
- Je hoeft niet te antwoorden.
- U hoeft niet te antwoorden.
- Je hoeft niet te antwoorden.