Examples of using "отцу" in a sentence and their dutch translations:
Je moet je vader helpen.
Gisteren heb ik mijn vader geholpen.
Gisteren heb ik mijn vader geholpen.
Gisteren heb ik mijn vader geholpen.
Gisteren heb ik mijn vader geholpen.
Gisteren heb ik mijn vader geholpen.
Mijn vader is maar vijftien jaar.
Dus ging ik naar pap toe.
Mijn vader is vijftig jaar oud.
Mijn vader is maar vijftien jaar.
Hoe oud is je vader?
Gisteren heb ik mijn vader geholpen.
- Hou op met uw vader te storen.
- Stop met je vader lastig te vallen.
- Hou op met je vader te storen.
Hoe oud is je vader?
Hij mist zijn vader.
Hoe oud is je vader?
Hij schrijft zelden naar zijn vader.
Je moet je vader helpen.
Zeg het niet tegen je vader.
Gisteren heb ik mijn vader geholpen.
Mijn vader is maar vijftien jaar.
Bel je vader.
Paula moet haar vader in de keuken helpen.
Mijn vader is maar vijftien jaar.
Mijn vader wordt vijfenveertig in mei.
Ik kan het mijn vader niet vertellen.
Ge kunt beter niet over het incident spreken met de vader.
Wat ik ben, heb ik te danken aan mijn vader.
Mijn vader is achtenveertig, maar hij ziet er jong uit voor zijn leeftijd.
Ze stelde me voor aan haar vader.