Examples of using "кресло" in a sentence and their dutch translations:
- Heb je opa's rolstoel gezien?
- Hebben jullie opa's rolstoel gezien?
We hebben een nieuwe, gemakkelijke zetel gekocht.
De jongen zat op een stoel.
Een hond sprong in de stoel en bleef daar vijf minuten onbeweeglijk zitten.
De gang moet breed genoeg zijn om een rolstoel door te laten.
Je zorgen maken is als een schommelstoel; het geeft je iets te doen, maar je komt er nergens mee.