Examples of using "килограмм" in a sentence and their dutch translations:
Tom verloor 30 kilogram.
Hoeveel kost een kilo tomaten?
Hoeveel kilo weeg je?
Ik weeg rond de 60 kilo.
Hoeveel kost de kilo prei?
Ik weeg 58 kilo.
Geef me alsjeblieft een kilo tomaten.
Weet je hoeveel een kilo rijst kost?
Weet je hoeveel een kilo rijst kost?
Op de maan zou ik maar vijftien kilo wegen.
Ze probeerde op dieet te gaan om vijf kilogram te verliezen.
Hij weegt tien kilo meer dan ik.
Ik wil een paar kilo's kwijtraken.
Ik weeg 130 pond.
Ze kunnen elk in slechts een paar uur 20 kilo pompoenen wegwerken.
Ik kan geen bloed geven, daar ik minder dan vijftig kilo weeg.
Hij weegt tien kilo meer dan ik.
- Hij is tien kilogram zwaarder dan ik.
- Hij weegt tien kilo meer dan ik.