Examples of using "знакома" in a sentence and their dutch translations:
Het liedje is heel bekend bij iedereen.
Deze melodie is bekend bij veel Japanners.
- Maria kent haar.
- Maria kent hen.
Dat is de veiligste optie. Ik ken dit touw.
Maria kent haar.
Tom dacht dat Mary John kende.
Maria kent hen.
Ik ken het probleem.
Kende ze hem?
Ik ken hem al lang.
Toms vrouw kent Mary's man niet.
Ik ken haar.
Ik ken je niet.
Ik ken je vader.
Ik ken zijn familie.
Ik ken aardig wat Canadezen.
Ik ken deze vrouwen niet.
- Ik ken je vader.
- Ik ken jullie vader.
- Ik ken uw vader.
Ik ken niemand van hen.
Ik ken haar niet.
Ik ken hem niet.
Ik ken u niet.
Ik ken haar niet.
Ik ken niemand van hen.