Examples of using "звонят" in a sentence and their dutch translations:
Er wordt gebeld.
De kerkklokken luiden.
Er wordt op de deur geklopt.
Voor wie luiden de klokken?
- Mijn ouders telefoneren mij alle dagen.
- Mijn ouders bellen me iedere dag op.
Sorry dat ik stoor, maar er is iemand aan de telefoon voor je.
Er is telefoon voor je.