Examples of using "двигайся" in a sentence and their dutch translations:
- Aan de kant.
- Ga!
- Ga weg.
- Vooruit.
- Ga maar.
- Opzij.
- Opschuiven.
- Ga weg!
- Wegwezen!
- Ga!
- Vooruit!
- Ga weg.
- Opzij.
- Opschuiven.
- Go!
- Loop weg!
- Voorwaarts!
Ga!
Stop met bewegen!
Ga langzaam.
Blijf zitten.
Laat het verleden achter je en ga door.
Blijf staan!
- Niet bewegen.
- Geen beweging!
- Niet bewegen!
- Blijf staan!
- Niet bewegen!
- Wacht!
- Niet bewegen.
- Niet bewegen!
En het tweede is, blijf altijd doorlopen. Positief doorlopen, ook al heb je er geen zin in.
Ga noordwaarts.